Bouwlust, burenleed en bestuurlijk geblunder.

Liefst twee optoppingen plus dakhuisjes er bovenop met dakterras

Een vergunning voor de linkeroptopping kon de buurt niet tegenhouden. Alle procedures bleken juist doorlopen. Tegen een vergunning voor de rechteroptopping is jaren gepro-cedeerd, ook via de rechter. Een buur ernaast is vanwege alle toestanden verhuisd, de buren die ertegenaan moeten kijken eisen handhaving. De prefab-optopping wijkt op essentiële punten af van de tekening in de na veel juridisch gesoebat verstrekte vergunning die voorziet in een gelijke optopping als de linker. Nog altijd weigert Stadsdeel-West te gaan handhaven. Hier enkele fragmenten van het feitenrelaas van een bewoner:

De Bouw
‘Op 5 april 2023 in de ochtend torende er een grote kraan boven de huizen van de Eerste Helmersstraat uit. Aan de ketting hing een volledige etage, elders prefab gebouwd. Binnen 1 dag was de skyline veranderd van 1 opbouw naar twee opbouwen. Onmiddellijk zagen wij dat deze bouw niet volgens de tekening was gebouwd. Het gebouw sloot helemaal niet aan op de al eerder gebouwde opbouw van Eerste Helmersstraat 130-2. Wij meldden dit direct, op 5 april 2023, aan de afdeling handhaving.

Conclusie:
‘Het is bizar hoever bestuurders en de realiteit van elkaar af staan. Zij zijn alleen met regels en wetgeving bezig. Er speelt een retoriek tussen juristen en ambtenaren waar burgers geen plek in hebben. Alle besprekingen en beslissingen zijn fictief en kunnen makkelijk herzien worden. Veel gesprekken bestaan om het gezicht niet te verliezen en het ondersteunen van partij-ideeën. Er kunnen mensen dood van het dakterras van een opbouw afvallen maar de spelregels zijn belangrijker. Het is de conclusie van een al 7 jaar durend gevecht met voortdurend veranderende wetten en regels. Nieuwe bestuurders komen en gaan, ieder met een eigen interpretatie van de wetten en regels die alleen op papier staan. Het geeft hen de gelegenheid om met burgers te spelen die deze op papier gemaakte werkelijkheid moeten leven. Je zou in situaties als deze bijna gaan denken dat er smeergeld betaald wordt aan ambtenaren. Hoever willen wij gaan met deze intentie?’